Bewerken van Nicolaas Althuizen (1855-1926)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 39: | Regel 39: | ||
Na zijn aanstelling vestigde Althuizen zich in [[Liessel]]. | Na zijn aanstelling vestigde Althuizen zich in [[Liessel]]. | ||
Bij het graven van het [[Kanaal van Deurne]] waren zo'n 200 arbeiders betrokken. De gemeenteraad van Deurne vond het nodig dat bij zo'n massa arbeiders regelmatig politietoezicht gewenst was en droeg die taak op aan Klaas Althuizen. Tijdens zijn militaire diensttijd was hij ingedeeld bij het Regiment Grenadiers en Jagers van de lichting 1875. In 1878 kreeg hij bericht dat deze lichting van 7 augustus tot 14 september voor herhalingsoefeningen onder de wapenen moest komen. De burgemeester achtte de taak van Althuizen als toezichthouder bij de graafwerkzaamheden bij het kanaal zodanig belangrijk dat hij bij het Ministerie van Oorlog voor hem ontheffing van die herhalingsoefeningen aanvroeg.<ref>RHCe toegang 13180 Gemeentearchief Deurne inv.nr. 19/15 Uitgaande brieven van de burgemeester, brief 1962 van 27 juli 1878. | Bij het graven van het [[Kanaal van Deurne]] waren zo'n 200 arbeiders betrokken. De gemeenteraad van Deurne vond het nodig dat bij zo'n massa arbeiders regelmatig politietoezicht gewenst was en droeg die taak op aan Klaas Althuizen. Tijdens zijn militaire diensttijd was hij ingedeeld bij het Regiment Grenadiers en Jagers van de lichting 1875. In 1878 kreeg hij bericht dat deze lichting van 7 augustus tot 14 september voor herhalingsoefeningen onder de wapenen moest komen. De burgemeester achtte de taak van Althuizen als toezichthouder bij de graafwerkzaamheden bij het kanaal zodanig belangrijk dat hij bij het Ministerie van Oorlog voor hem ontheffing van die herhalingsoefeningen aanvroeg.<ref>RHCe toegang 13180 Gemeentearchief Deurne inv.nr. 19/15 Uitgaande brieven van de burgemeester, brief 1962 van 27 juli 1878.</ref> | ||
Als gemeenteveldwachter was Althuizen niet bevoegd om buiten de gemeente Deurne en Liessel een proces-verbaal op te maken. Dat was wel gewenst want het gebeurde herhaaldelijk dat er illegaal schapen en ander vee gehoed werden langs het [[Kanaal van Deurne]], eigendom van de gemeente Deurne en Liessel en liggend op grondgebied van Meijel. Daarom verzocht de burgemeester op 12 juli 1880 aan de commissaris van de koning om Althuizen bij de minister voor te dragen als onbezoldigd rijksveldwachter.<ref>12-7-1880 Nieuw adm.arch. Deurne Inv.nr.19/16 brief 166 en brief 168</ref> | Als gemeenteveldwachter was Althuizen niet bevoegd om buiten de gemeente Deurne en Liessel een proces-verbaal op te maken. Dat was wel gewenst want het gebeurde herhaaldelijk dat er illegaal schapen en ander vee gehoed werden langs het [[Kanaal van Deurne]], eigendom van de gemeente Deurne en Liessel en liggend op grondgebied van Meijel. Daarom verzocht de burgemeester op 12 juli 1880 aan de commissaris van de koning om Althuizen bij de minister voor te dragen als onbezoldigd rijksveldwachter.<ref>12-7-1880 Nieuw adm.arch. Deurne Inv.nr.19/16 brief 166 en brief 168</ref> | ||
Regel 51: | Regel 51: | ||
Bestand:22.864.jpg|Petrus J. van Eijk, echtgenoot van Anna M. Althuizen | Bestand:22.864.jpg|Petrus J. van Eijk, echtgenoot van Anna M. Althuizen | ||
</gallery> | </gallery> | ||
Foto's: collecties M. v. Eijk-van Ommeren en C. Goossens-de Vet | |||
{{appendix}} | {{appendix}} |