Bewerken van Maria Francisca van Otterdijk (1922-1943)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 39: | Regel 39: | ||
Bijlagen Drie | Bijlagen Drie | ||
Op den 25ste september 1943, omstreeks 14.30 uur, werd mij, Johannes Antonius van de Vorst, wachtmeester der Marechausee, behoorende tot opgemelde groep, post Vlierden, aan mijn woning te Vlierden kennis gegeven, dat op het rijwielpad loopende van Helmond naar Vlierden, onder de gemeente Deurne ter plaatse genaamd "[[de Rakt]]", een meisje genaamd MARIA VAN OTTERDIJK uit Vlierden was gevonden en in stervende toestand verkeerde. Onmiddellijk begaf ik mij ter plaatse teneinde een onderzoek in te stellen. Op weg naar de mij aangeduide plaats kwam ik reeds de vader van het meisje tegen die mij mededeelde dat zijn dochter al reeds overleden was en dat zij was binnengebracht in de woning van [[Wilhelmus Quirinus Schrama (1913-1997)|W. Schrama]] te Vlierden, nabij Wachtpost 28. In de woning van genoemde Schrama | Op den 25ste september 1943, omstreeks 14.30 uur, werd mij, Johannes Antonius van de Vorst, wachtmeester der Marechausee, behoorende tot opgemelde groep, post Vlierden, aan mijn woning te Vlierden kennis gegeven, dat op het rijwielpad loopende van Helmond naar Vlierden, onder de gemeente Deurne ter plaatse genaamd "[[de Rakt]]", een meisje genaamd MARIA VAN OTTERDIJK uit Vlierden was gevonden en in stervende toestand verkeerde. Onmiddellijk begaf ik mij ter plaatse teneinde een onderzoek in te stellen. Op weg naar de mij aangeduide plaats kwam ik reeds de vader van het meisje tegen die mij mededeelde dat zijn dochter al reeds overleden was en dat zij was binnengebracht in de woning van [[Wilhelmus Quirinus Schrama (1913-1997)|W. Schrama]] te Vlierden, nabij Wachtpost 28. In de woning van genoemde Schrama tr of ik de mij wel bekende Maria van Otterdijk aan die op een bed lag op de grond in de voorkamer van die woning. Bij mijn komst bleek dat het meisje reeds was overleden. Uitwendig waren op het lijk geen sporen te zien waaruit bleek dat een worsteling of iets dergelijks had plaats gehad, haar aangezicht was erg bleek. Geneeskundige- en Geestelijke hulp waren reeds verleend. Ik vernam ter plaatse dat Dokter Nelemans uit Bakel de dood reeds had geconstateerd. Deze was inmiddels weer vertrokken, evenals een Priester uit Vlierden. De ouders van het meisje waren reeds gewaarschuwd en ter plaatse geweest. De vader van het meisje genaamd, MARINUS VAN OTTERDIJK, deelde mij mede, dat bedoeld meisje zijn dochter was, en was genaamd MARIA VAN OTTERDIJK. Ik zelf kende het meisje ook zeer goed, zodat vaststond dat genoemd meisje tot het gezin van M. van Otterdijk te Vlierden behoorde. | ||
In verband met het vorenstaande hoorde ik: MARGARETHA ALOFS, oud 57 jaar, huisvrouw van [[Marinus Nooijen (1901-1970)|MARINUS NOOYEN]], wonende te Vlierden, Wachtpost 28, gemeente Deurne, die mij de plaats aanwees alwaar het meisje was gevonden. Dit was op het rijwielpad loopende van Helmond naar Vlierden, onder de gemeente Deurne. Ter plaatse werden door mij geen sporen gevonden die op een misdrijf wezen en zoo die er mogelijk konden zijn geweest dan zouden die waarschijnlijk door de regen zijn verloren gegaan. Genoemde Margaretha Alofs verklaarde mij verder als volgt: | In verband met het vorenstaande hoorde ik: MARGARETHA ALOFS, oud 57 jaar, huisvrouw van [[Marinus Nooijen (1901-1970)|MARINUS NOOYEN]], wonende te Vlierden, Wachtpost 28, gemeente Deurne, die mij de plaats aanwees alwaar het meisje was gevonden. Dit was op het rijwielpad loopende van Helmond naar Vlierden, onder de gemeente Deurne. Ter plaatse werden door mij geen sporen gevonden die op een misdrijf wezen en zoo die er mogelijk konden zijn geweest dan zouden die waarschijnlijk door de regen zijn verloren gegaan. Genoemde Margaretha Alofs verklaarde mij verder als volgt: |