U steunt de heemkundekring door lid of vriend te worden.
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis.

Bewerken van Joannes Copenens (1807-1866)

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 38: Regel 38:
Van zijn veertien kinderen haalden er dus maar vijf de volwassen leeftijd.
Van zijn veertien kinderen haalden er dus maar vijf de volwassen leeftijd.


Hij werd weliswaar in Sint-Oedenrode geboren maar woonde vanaf zijn jeugd in Deurne. Bij de volkstelling van 1829 woonde hij op het adres [[Kerkeind]] 179 in een huis waarin vijf huisgezinnen en in totaal 18 personen woonden. Waarschijnlijk was het een blok [[Armenhuis|armenwoningen]] die stonden op het huidige adres [[Oude Martinetstraat 11]]. Hij woonde er in bij het bejaarde weversechtpaar [[Lambertus van de Mortel (1765-1835)|Lambert en Henrica van de Mortel-van de Kerkhof]].
Hij werd weliswaar in Sint-Oedenrode geboren maar woonde vanaf zijn jeugd in Deurne. Bij de volkstelling van 1829 woonde hij op het adres Kerkeind 179 in een huis waarin vijf huisgezinnen en in totaal 18 personen woonden. Waarschijnlijk was het een blok armenwoningen die stonden op het huidige adres [[Oude Martinetstraat 11]]. Hij woonde er in bij het bejaarde weversechtpaar [[Lambertus van de Mortel (1765-1835)|Lambert en Henrica van de Mortel-van de Kerkhof]].


Tijdens de [[Belgische Opstand]] was hij van 1830 tot 1832 als dienstplichtige ingedeeld bij het mobiele leger. In 1833 verbleef hij in het leger in de vesting Nijmegen. Op 13 juli 1832 werd hij gedecoreerd met het Metalen Kruis.
Tijdens de [[Belgische Opstand]] was hij van 1830 tot 1832 als dienstplichtige ingedeeld bij het mobiele leger. In 1833 verbleef hij in het leger in de vesting Nijmegen. Op 13 juli 1832 werd hij gedecoreerd met het Metalen Kruis.


Na zijn huwelijk verdiende Jan Koppenens in Woensel de kost als vleeshouwer en slager. Na de geboorte van hun oudste kind keerde hij met zijn gezin terug naar Deurne waar hij tussen 1835 en 1847 in het levensonderhoud probeerde te voorzien als wever. Maar hij kon niet alle monden vullen en mede omdat zijn vrouw erg ziekelijk was moest hij regelmatig bij de gemeente aankloppen voor [[armenzorg]].
Na zijn huwelijk verdiende Jan Koppenens in Woensel de kost als vleeshouwer en slager. Na de geboorte van hun oudste kind keerde hij met zijn gezin terug naar Deurne waar hij tussen 1835 en 1847 in het levensonderhoud probeerde te voorzien als wever. Maar hij kon niet alle monden vullen en mede omdat zijn vrouw erg ziekelijk was moest hij regelmatig bij de gemeente aankloppen voor armenzorg.


In augustus 1847 kwam, na het vertrek van [[Lubertus Hendrik Baas (1794-1871)|Lubbert Hendrik Baas]], het baantje van veldwachter van Deurne vrij. Hij werd, vooral vanwege de armoedige toestand van zijn gezin, door de beide Deurnese assessoren (wethouders), maar tegen de wil van de burgemeester, voorgedragen als tijdelijk veldwachter. Hij was toen 38 jaar oud en had een gezin met zes kleine kinderen te onderhouden. Hij had een goede lichamelijke conditie en hij was in militaire dienst geweest, waar hij ''behoorlijk met een paspoort ontslagen'' was. [[Gerrit van Riet (1776-1850)|Burgemeester Van Riet]] had drie goede redenen om tegen zijn benoeming te zijn:
In augustus 1847 kwam, na het vertrek van [[Lubertus Hendrik Baas (1794-1871)|Lubbert Hendrik Baas]], het baantje van veldwachter van Deurne vrij. Hij werd, vooral vanwege de armoedige toestand van zijn gezin, door de beide Deurnese assessoren (wethouders), maar tegen de wil van de burgemeester, voorgedragen als tijdelijk veldwachter. Hij was toen 38 jaar oud en had een gezin met zes kleine kinderen te onderhouden. Hij had een goede lichamelijke conditie en hij was in militaire dienst geweest, waar hij ''behoorlijk met een paspoort ontslagen'' was. [[Gerrit van Riet (1776-1850)|Burgemeester Van Riet]] had drie goede redenen om tegen zijn benoeming te zijn:
Regel 53: Regel 53:
* Peter Hubertus Seizenis, geboren te Leiden, 29 jaar oud, zonder beroep, sergeant geweest in militaire dienst, was ongehuwd, kon lezen en schrijven en had een goed gedrag.
* Peter Hubertus Seizenis, geboren te Leiden, 29 jaar oud, zonder beroep, sergeant geweest in militaire dienst, was ongehuwd, kon lezen en schrijven en had een goed gedrag.
* Hendrikus Dirkse (Rijkers), geboren in Asten, kuiper, 29 jaar, was als vrijwilliger in militaire dienst geweest, was ongehuwd, kon lezen en schrijven en had een goed gedrag. Hij was de zoon van de veldwachter in Asten.
* Hendrikus Dirkse (Rijkers), geboren in Asten, kuiper, 29 jaar, was als vrijwilliger in militaire dienst geweest, was ongehuwd, kon lezen en schrijven en had een goed gedrag. Hij was de zoon van de veldwachter in Asten.
Konden alle andere kandidaten bogen op een goed gedrag, zijn gedrag werd omschreven als ''vrij redelijk''. Door de inspanningen van de twee assessoren kwam hij niettemin op de eerste plaats van de voordrachtlijst en werd hij op 19 september 1846 ook door de staatsraad gouverneur benoemd, zij het tijdelijk voor een periode van drie jaar. Hij kreeg een jaarsalaris van 130 gulden. Voor het [[Kantongerecht Asten]] moest hij de vereiste eed afleggen alvorens hij de benodigde wapens kreeg en daadwerkelijk in dienst kon treden.
Konden alle andere kandidaten bogen op een goed gedrag, zijn gedrag werd omschreven als ''vrij redelijk''. Door de inspanningen van de twee assessoren kwam hij niettemin op de eerste plaats van de voordrachtlijst en werd hij op 19 september 1846 ook door de staatsraad gouverneur benoemd, zij het tijdelijk voor een periode van drie jaar. Hij kreeg een jaarsalaris van 130 gulden. Voor de kantonrechter in Asten moest hij de vereiste eed afleggen alvorens hij de benodigde wapens kreeg en daadwerkelijk in dienst kon treden.


Na beëindiging van zijn tijdelijke periode van drie jaar kreeg Jan Koppenens op 9 september 1849 een vaste aanstelling. Zijn jaarsalaris bleef ongewijzigd op 130 gulden staan. Wel kreeg hij op 29 april 1850 een extra toelage van 25 gulden voor ''buitengewone diensten''. Aan de grenzen van de gemeente met het hertogdom Limburg had hij de voorbije jaren van de vroege morgen tot de late avond de [[Peel]] doorkruist om overtreders te bekeuren.<ref>Het zal voornamelijk gegaan zijn om Limburgers die op Deurnese grond illegaal turf staken. Met de verkoop van de 610 hectare gemeentegrond tegen de gemeentegrens aan de gebroeders Nicolaas en [[Joannes van de Griendt (1804-1884)|Jan van de Griendt]] kwam aan deze praktijken in 1853 een einde.</ref>
Na beëindiging van zijn tijdelijke periode van drie jaar kreeg Jan Koppenens op 9 september 1849 een vaste aanstelling. Zijn jaarsalaris bleef ongewijzigd op 130 gulden staan. Wel kreeg hij op 29 april 1850 een extra toelage van 25 gulden voor ''buitengewone diensten''. Aan de grenzen van de gemeente met het hertogdom Limburg had hij de voorbije jaren van de vroege morgen tot de late avond de Peel doorkruist om overtreders te bekeuren.<ref>Het zal voornamelijk gegaan zijn om Limburgers die op Deurnese grond illegaal turf staken. Met de verkoop van de 610 hectare gemeentegrond tegen de gemeentegrens aan de gebroeders Nicolaas en [[Joannes van de Griendt (1804-1884)|Jan van de Griendt]] kwam aan deze praktijken in 1853 een einde.</ref>


Op 10 augustus 1851 stuurde hij een verzoek aan de gouverneur omdat hij meende voor een aantal door hem opgemaakte processen-verbaal een vergoeding te kunnen ontvangen volgens artikel 20 van het Burgerlijk Wetboek. Door het gemeentebestuur was hem al te kennen gegeven dat hij daarop geen recht had, maar hij wilde toch proberen om door tussenkomst van de gouverneur deze gelden alsnog te ontvangen.  
Op 10 augustus 1851 stuurde hij een verzoek aan de gouverneur omdat hij meende voor een aantal door hem opgemaakte processen-verbaal een vergoeding te kunnen ontvangen volgens artikel 20 van het Burgerlijk Wetboek. Door het gemeentebestuur was hem al te kennen gegeven dat hij daarop geen recht had, maar hij wilde toch proberen om door tussenkomst van de gouverneur deze gelden alsnog te ontvangen.  
Regel 105: Regel 105:
==Knevelarij==
==Knevelarij==


In de zomer van 1854 viel het doek voor Jan Koppenens als veldwachter van Deurne. Toen kwam namelijk een geval van knevelarij aan het licht waardoor hij uiteindelijk een gevangenisstraf van een jaar kreeg. Op een vrijdag in januari van dat jaar hield hij namelijk een zekere Hendrikus van Aken aan, die toen nog in Helden woonde maar later naar Roggel verhuisde. Hij bevond zich met paard en twee karren turf in de Peel. Volgens het politiereglement was dat namelijk verboden aan niet-Deurnenaren. Maar Van Aken had deze turf gekocht van ene Rooijakkers uit Deurne. Omdat Van Aken zelf verhinderd was liet hij zijn vrouw de daarop volgende zondag naar de burgemeester van Deurne gaan om het een en ander uit te leggen. Deze had alle begrip voor de zaak en liet geen proces-verbaal opmaken. Ook ging zij die dag nog naar Rooijakkers om wat zaken te regelen. Toen ze 's avonds al op te kar zat om naar huis te gaan werd ze door de veldwachter aangesproken. Die verzocht haar om de volgende dag om negen uur 's morgens weer naar Rooijakkers te komen, waar hij dan ook aanwezig zou zijn. Waarschijnlijk is zij op dat verzoek niet ingegaan want de zaak was immers door de burgemeester afgedaan.<br>
In de zomer van 1854 viel het doek voor Jan Koppenens als veldwachter van Deurne. Toen kwam namelijk een geval van knevelarij aan het licht waardoor hij uiteindelijk een gevangenisstraf van een jaar kreeg. Op een vrijdag in januari van dat jaar hield hij namelijk een zekere Hendrikus van Aken aan, die toen nog in Helden woonde maar later naar Roggel verhuisde. Hij bevond zich met paard en twee karren turf in de [[Peel]]. Volgens het politiereglement was dat namelijk verboden aan niet-Deurnenaren. Maar Van Aken had deze turf gekocht van ene Rooijakkers uit Deurne. Omdat Van Aken zelf verhinderd was liet hij zijn vrouw de daarop volgende zondag naar de burgemeester van Deurne gaan om het een en ander uit te leggen. Deze had alle begrip voor de zaak en liet geen proces-verbaal opmaken. Ook ging zij die dag nog naar Rooijakkers om wat zaken te regelen. Toen ze 's avonds al op te kar zat om naar huis te gaan werd ze door de veldwachter aangesproken. Die verzocht haar om de volgende dag om negen uur 's morgens weer naar Rooijakkers te komen, waar hij dan ook aanwezig zou zijn. Waarschijnlijk is zij op dat verzoek niet ingegaan want de zaak was immers door de burgemeester afgedaan.<br>
Maar op 30 juni stond de veldwachter bij Van Aken voor de deur. Deze was zelf op reis maar zijn vrouw stond hem te woord. Hij eiste van haar 25 gulden voor de "diefstal" van de turf, met het dreigement dat als ze niet direct zou betalen hij de volgende dag een proces-verbaal zou schrijven dat 100 gulden kostte. Ze zei dat ze het geld niet aankon omdat haar man de sleutel het meegenomen. De vraagprijs van de veldwachter daalde daarop via 16 uiteindelijk naar 7 gulden. Dat bedrag werd door mevrouw Van Aken betaald. Maar ze stapte later wel naar de burgemeester die een aanklacht tegen Koppenens indiende. Op 3 augustus 1854 werd hij in de boeien geslagen. Een maand later werd hij door de rechtbank veroordeeld. Hij raakte daardoor niet alleen zijn baan kwijt maar ook moest hij een gevangenisstraf van een jaar ondergaan en bovendien een boete van 25 gulden en de proceskosten van ruim 92 gulden betalen. Daardoor was zijn gezin opnieuw aangewezen op de [[armenkas]] van de gemeente. Ze werd bedeeld met wekelijks een half brood en 35 centen. Deze kosten verhaalde de gemeente Deurne overigens wel met veel heen-en-weer geschrijf op Sint-Oedenrode, de geboorteplaats van Jan.
Maar op 30 juni stond de veldwachter bij Van Aken voor de deur. Deze was zelf op reis maar zijn vrouw stond hem te woord. Hij eiste van haar 25 gulden voor de "diefstal" van de turf, met het dreigement dat als ze niet direct zou betalen hij de volgende dag een proces-verbaal zou schrijven dat 100 gulden kostte. Ze zei dat ze het geld niet aankon omdat haar man de sleutel het meegenomen. De vraagprijs van de veldwachter daalde daarop via 16 uiteindelijk naar 7 gulden. Dat bedrag werd door mevrouw Van Aken betaald. Maar ze stapte later wel naar de burgemeester die een aanklacht tegen Koppenens indiende. Op 3 augustus 1854 werd hij in de boeien geslagen. Een maand later werd hij door de rechtbank veroordeeld. Hij raakte daardoor niet alleen zijn baan kwijt maar ook moest hij een gevangenisstraf van een jaar ondergaan en bovendien een boete van 25 gulden en de proceskosten van ruim 92 gulden betalen. Daardoor was zijn gezin opnieuw aangewezen op de armenkas van de gemeente. Ze werd bedeeld met wekelijks een half brood en 35 centen. Deze kosten verhaalde de gemeente Deurne overigens wel met veel heen-en-weer geschrijf op Sint-Oedenrode, de geboorteplaats van Jan.


Kort voor zijn arrestatie was hij nog aangesteld als tiender bij het innen van de tienden over de [[boekweitcultuur|boekweitoogst]] van dat jaar.
Kort voor zijn arrestatie was hij nog aangesteld als tiender bij het innen van de tienden over de [[boekweitcultuur|boekweitoogst]] van dat jaar.
Al uw bijdragen aan DeurneWiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie DeurneWiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)