Bewerken van Joannes Copenens (1807-1866)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 44: | Regel 44: | ||
Na zijn huwelijk verdiende Jan Koppenens in Woensel de kost als vleeshouwer en slager. Na de geboorte van hun oudste kind keerde hij met zijn gezin terug naar Deurne waar hij tussen 1835 en 1847 in het levensonderhoud probeerde te voorzien als wever. Maar hij kon niet alle monden vullen en mede omdat zijn vrouw erg ziekelijk was moest hij regelmatig bij de gemeente aankloppen voor [[armenzorg]]. | Na zijn huwelijk verdiende Jan Koppenens in Woensel de kost als vleeshouwer en slager. Na de geboorte van hun oudste kind keerde hij met zijn gezin terug naar Deurne waar hij tussen 1835 en 1847 in het levensonderhoud probeerde te voorzien als wever. Maar hij kon niet alle monden vullen en mede omdat zijn vrouw erg ziekelijk was moest hij regelmatig bij de gemeente aankloppen voor [[armenzorg]]. | ||
In augustus 1847 kwam, na het vertrek van [[ | In augustus 1847 kwam, na het vertrek van [[Lubbert Hendrik Baas]], het baantje van veldwachter van Deurne vrij. Hij werd, vooral vanwege de armoedige toestand van zijn gezin, door de beide Deurnese assessoren (wethouders), maar tegen de wil van de burgemeester, voorgedragen als tijdelijk veldwachter. Hij was toen 38 jaar oud en had een gezin met zes kleine kinderen te onderhouden. Hij had een goede lichamelijke conditie en hij was in militaire dienst geweest, waar hij ''behoorlijk met een paspoort ontslagen'' was. [[Gerrit van Riet (1776-1850)|Burgemeester Van Riet]] had drie goede redenen om tegen zijn benoeming te zijn: | ||
# Hij was meerdere jaren lang niet alleen armlastig, maar had zich ook schuldig gemaakt aan bedelarij. | # Hij was meerdere jaren lang niet alleen armlastig, maar had zich ook schuldig gemaakt aan bedelarij. | ||
# Enkele jaren eerder had hij bij hoogbejaarde gegoede persoon in Deurne, zoals men stellig beweerde, geld losgekregen door te zeggen: ''De pastoor heeft mij gestuurd en gezegd dat gij mij vier kronen moet geven''. Hij zou het geld ook werkelijk hebben gekregen maar de pastoor wist van niks. | # Enkele jaren eerder had hij bij hoogbejaarde gegoede persoon in Deurne, zoals men stellig beweerde, geld losgekregen door te zeggen: ''De pastoor heeft mij gestuurd en gezegd dat gij mij vier kronen moet geven''. Hij zou het geld ook werkelijk hebben gekregen maar de pastoor wist van niks. |