Bewerken van Jeneverstokerij de Hazeldonk
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 1: | Regel 1: | ||
Vanaf 1826 was een '''jeneverstokerij''' op '''de Hazeldonk''' onder | Vanaf 1826 was een '''jeneverstokerij''' op '''de Hazeldonk''' onder Vlierden in bedrijf. | ||
Regel 6: | Regel 6: | ||
Op 4 september 1826 richtte de Luikse rentenier [[Pieter van Dousborgh]], houder van de heerlijke jachtrechten van [[Vlierden]] en eigenaar van de [[Hazeldonk]] met enkele bijhorende boerderijen, een verzoekschrift aan Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant tot oprichting van een jeneverstokerij. Als motieven daartoe noemde hij ''het grote nut van een dergelijk bedrijf en het groot gerief voor de op- en omgezetenen''. Dat hij deze aanvraag moest richten aan G.S. was een gevolg van een Koninklijk Besluit gepubliceerd op 31 januari 1824 (Staatsblad 19 art.2), waarin werd vastgelegd dat "een dergelijke fabriek" niet meer zonder toestemming van G.S. mocht worden opgericht. | Op 4 september 1826 richtte de Luikse rentenier [[Pieter van Dousborgh]], houder van de heerlijke jachtrechten van [[Vlierden]] en eigenaar van de [[Hazeldonk]] met enkele bijhorende boerderijen, een verzoekschrift aan Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant tot oprichting van een jeneverstokerij. Als motieven daartoe noemde hij ''het grote nut van een dergelijk bedrijf en het groot gerief voor de op- en omgezetenen''. Dat hij deze aanvraag moest richten aan G.S. was een gevolg van een Koninklijk Besluit gepubliceerd op 31 januari 1824 (Staatsblad 19 art.2), waarin werd vastgelegd dat "een dergelijke fabriek" niet meer zonder toestemming van G.S. mocht worden opgericht. | ||
Op 14 september ontving het gemeentebestuur van | Op 14 september ontving het gemeentebestuur van Vlierdem een principebesluit, maar er moeten nog enkele formaliteiten geregeld worden. De Vlierdenaren die in het dorp de bestuurlijke scepter zwaaien lieten per omgaande weten dat er geen enkel bezwaar bestond tegen het opzetten van de jeneverstokerij, wat bovendien nog eens uitdrukkelijk werd onderstreept door een geschreven verklaring van [[Francis Rooijakkers]] en [[Pieter Joosten]], geburen van de Hazeldonk, die eenstemmig verklaarden geen problemen te hebben met de plannen van van Dousborgh. Tegelijkertijd werd een afschrift hiervan verzonden aan de districtscommissaris van Helmond, de heer Wesselman. | ||
Op 19 september 1826 volgde een officiële bevestiging van G.S. waarin het college kenbaar maakte definitief accoord te gaan met de oprichting van het bedrijf onder de conditie dat van Dousborgh "''zich stiptelyk zal hebben te gedragen naar de landelijke en plaatselijke verordeningen hieromtrent bestaande of in het vervolg te emaneren en meer byzonder nakomen de wet van 26 augustus 1822 (Staatsblad 37) houdende belasting op het binnenlandsch gedistilleerd''". | |||
Op 19 november 1827 gaf Van Dousborgh vanuit Luik volmacht aan [[Cornelis Wijnants (1793-1849)|Cornelis Wijnants]] te Deurne om namens hem, voor een bedrag van 2000 gulden de vereiste borgtocht te stellen voor [[Antonius Gielen (1782-1846)|Antoon Gielen]], wonende op de Hazeldonk, om jenever te mogen branden. | |||
Op 19 november 1827 gaf Van Dousborgh vanuit Luik volmacht aan [[Cornelis Wijnants (1793-1849)|Cornelis Wijnants]] te Deurne om namens hem, voor een bedrag van | |||
== Kadaster == | == Kadaster == | ||
In de [[kadaster|kadastrale]] bescheiden van 1832 lezen we: | In de [[kadaster|kadastrale]] bescheiden van 1832 lezen we: | ||
:''Er bestaat hier eene kleine wel ingerigte branderij werkende met eenen ketel van 9.45 en vier beslagkuipen en onderbakken, alles genoegzaam nieuw en wel onderhouden; het debut der branderijen in dit deel van de provincie gering zijnde heeft men vermeent dezelve te moeten begroten op eene zuivere waarde van 50 gulden. | :''Er bestaat hier eene kleine wel ingerigte branderij werkende met eenen ketel van 9.45 en vier beslagkuipen en onderbakken, alles genoegzaam nieuw en wel onderhouden; het debut der branderijen in dit deel van de provincie gering zijnde heeft men vermeent dezelve te moeten begroten op eene zuivere waarde van 50 gulden. | ||
De jeneverstokerij werd kadastraal als | De jeneverstokerij werd kadastraal als sectienr. C 963 aangeduid en gerangschikt onder de gebouwen van de eerste kwaliteitsklasse. | ||
== Antoon Gielen == | == Antoon Gielen == | ||
Behalve over de oprichting weten we vrijwel niets van deze jeneverstokerij. We weten niet hoe lang die in bedrijf geweest is, we weten ook nauwelijks wie er werkten. Zoals we zagen was Antoon Gielen de eerste en aanvankelijk misschien ook wel de enige jeneverstoker. Waarschijnlijk was | Behalve over de oprichting weten we vrijwel niets van deze jeneverstokerij. We weten niet hoe lang die in bedrijf geweest is, we weten ook nauwelijks wie er werkten. Zoals we zagen was Antoon Gielen de eerste en aanvankelijk misschien ook wel de enige jeneverstoker. Waarschijnlijk was jeneverstoken zelfs niet zijn hoofdberoep want bij zijn huwelijk in oktober 1826 werd hij nog als ''metselaar'' aangeduid terwijl hij bij de geboorten van zijn kinderen steeds vermeld werd als landbouwer. Misschien was het jeneverstoken niet meer dan een bijverdienste voor hem.<br> | ||
Hij werd in 1782 geboren te Straelen, een dorp in Pruisen ten oosten van Arcen, en huwde in oktober 1826 in Vlierden met de 20 jaar jongere Agnes van Oijen (1802-1879). Eind oktober 1846 overleed hij nadat eerder die maand zijn oudste zoon Hendrik was gestorven. Twee weken later overleed ook nog zijn jongste zoontje Antonie jr. Antonie Gielen had bij zijn overlijden waarschijnlijk al enkele jaren de jeneverbranderij verlaten want tussen 1840 en 1842 verhuisde hij van Vlierden naar Deurne. | Hij werd in 1782 geboren te Straelen, een dorp in Pruisen ten oosten van Arcen, en huwde in oktober 1826 in Vlierden met de 20 jaar jongere Agnes van Oijen (1802-1879). Eind oktober 1846 overleed hij nadat eerder die maand zijn oudste zoon Hendrik was gestorven. Twee weken later overleed ook nog zijn jongste zoontje Antonie jr. Antonie Gielen had bij zijn overlijden waarschijnlijk al enkele jaren de jeneverbranderij verlaten want tussen 1840 en 1842 verhuisde hij van Vlierden naar Deurne. | ||