Bewerken van Jacobus Joosten (1842-1907)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 36: | Regel 36: | ||
Zijn vrouw overleed bij de geboorte van haar dertiende kind. | Zijn vrouw overleed bij de geboorte van haar dertiende kind. | ||
Hij verhuisde op 18 april 1878 met zijn jonge gezin van het Loon in Liessel naar de Stegen in Ommel.<ref>Zie de [https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis/Stegen/Stegen/Voormalig_huis_B673 bewoningsgeschiedenis van huis B673] op de website van heemkundekring De Vonder Asten-Someren.</ref> Op 15 april 1889 keerde het gezin terug naar Deurne | Hij verhuisde op 18 april 1878 met zijn jonge gezin van het Loon in Liessel naar de Stegen in Ommel.<ref>Zie de [https://www.heemkundekringdevonder.nl/bewoningsgeschiedenis/Stegen/Stegen/Voormalig_huis_B673 bewoningsgeschiedenis van huis B673] op de website van heemkundekring De Vonder Asten-Someren.</ref> Op 15 april 1889 keerde het gezin terug naar Deurne op het adres C.31. | ||
Op 29 januari 1890 diende Jacobus Joosten een verzoekschrift in, waarin hij vroeg om onbepaald verlof voor zijn oudste zoon Hendricus van de lichting 1889, die toen dienstplichtig was bij het 3de regiment infanterie. Jacobus was zelf al geruime tijd ernstig ziek en niet in staat om de kost te verdienen voor zijn gezin. Zijn 17-jarige tweede zoon Johannes verdiende als veenarbeider hoogstens drie gulden per week en daarvan moest zijn gezin van negen personen. onderhouden worden. Hij had wat graan kunnen sparen van de vorige oogst en daarvan zijn gezin tot dan toe kunnen onderhouden, maar dat was bijna op en dan zou hij met zijn gezin moeten aankloppen voor liefdadigheid, een stap die ''tot op heden door vlijt en ontberingen is ontweken.'' De burgemeester van Deurne, die het verzoekschrift naar de commissaris van de koning voor Noord-Brabant stuurde, eindigde zijn brief als volgt. ''Nimmer heb ik me zo verplicht gevoeld u daarom de aandacht te willen vestigen op dit probleem en deze milicien voor onbepaalde tijd verlof te geven.''<ref>RHCe toegang 13181 Gemeentearchief Deurne inv.nr.19/16 brief 1363</ref> | Op 29 januari 1890 diende Jacobus Joosten een verzoekschrift in, waarin hij vroeg om onbepaald verlof voor zijn oudste zoon Hendricus van de lichting 1889, die toen dienstplichtig was bij het 3de regiment infanterie. Jacobus was zelf al geruime tijd ernstig ziek en niet in staat om de kost te verdienen voor zijn gezin. Zijn 17-jarige tweede zoon Johannes verdiende als veenarbeider hoogstens drie gulden per week en daarvan moest zijn gezin van negen personen. onderhouden worden. Hij had wat graan kunnen sparen van de vorige oogst en daarvan zijn gezin tot dan toe kunnen onderhouden, maar dat was bijna op en dan zou hij met zijn gezin moeten aankloppen voor liefdadigheid, een stap die ''tot op heden door vlijt en ontberingen is ontweken.'' De burgemeester van Deurne, die het verzoekschrift naar de commissaris van de koning voor Noord-Brabant stuurde, eindigde zijn brief als volgt. ''Nimmer heb ik me zo verplicht gevoeld u daarom de aandacht te willen vestigen op dit probleem en deze milicien voor onbepaalde tijd verlof te geven.''<ref>RHCe toegang 13181 Gemeentearchief Deurne inv.nr.19/16 brief 1363</ref> |