Bewerken van Jaap van de Leijsing
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 25: | Regel 25: | ||
Het betreffende agendapunt luidde: ''Verzoek van het Comité ter huldiging van den Brabander Vincent van Gogh om den zwerfsteen staande op de markt, alhier, af te staan voor een in de gemeente Nuenen c.a. te plaatsen gedenkteeken.'' Burgemeester Van Beek licht te toe dat Wiegersma met dat verzoek bij hem was geweest. De steen zou als voetstuk dienen voor het op te richten monument voor de bekende schilder. Burgemeester en wethouders hadden echter in meerderheid gemeend niet op het verzoek te kunnen ingaan en stelden daarom voor afwijzend te beschikken. | Het betreffende agendapunt luidde: ''Verzoek van het Comité ter huldiging van den Brabander Vincent van Gogh om den zwerfsteen staande op de markt, alhier, af te staan voor een in de gemeente Nuenen c.a. te plaatsen gedenkteeken.'' Burgemeester Van Beek licht te toe dat Wiegersma met dat verzoek bij hem was geweest. De steen zou als voetstuk dienen voor het op te richten monument voor de bekende schilder. Burgemeester en wethouders hadden echter in meerderheid gemeend niet op het verzoek te kunnen ingaan en stelden daarom voor afwijzend te beschikken. | ||
De raadsleden deden uitvoerig hun zegje over dit agendapunt. Sommige raadsleden vonden het een sympathiek idee dat de steen voor het beoogde doel werd afgestaan. Een tegengeluid was dat het niet paste de steen af te geven omdat die als een erfdeel is gekregen en daarom moet worden bewaard. Hierna kwam het voorstel om niet op het verzoek van het comité in te gaan, in stemming. Dat voorstel werd met tien tegen vijf stemmen aangenomen. De raadsleden [[Johannes Wilhelmus Wijnen (1881-1972)|Willem Wijnen]], | De raadsleden deden uitvoerig hun zegje over dit agendapunt. Sommige raadsleden vonden het een sympathiek idee dat de steen voor het beoogde doel werd afgestaan. Een tegengeluid was dat het niet paste de steen af te geven omdat die als een erfdeel is gekregen en daarom moet worden bewaard. Hierna kwam het voorstel om niet op het verzoek van het comité in te gaan, in stemming. Dat voorstel werd met tien tegen vijf stemmen aangenomen. De raadsleden [[Johannes Wilhelmus Wijnen (1881-1972)|Willem Wijnen]], Fransen en [[Petrus Johannes Aarts (1866-1934)|Aarts]] wilden de zwerfkei wel beschikbaar stellen. Raadslid [[Joachimus van den Berkmortel (1868-1942)|Jochem van den Berkmortel]] bracht daar tegen in: ''De steen is indertijd door particulieren aan de gemeente afgestaan. De gemeente mag heur nu niet weggeven.''<ref>Informatie afkomstig van Ton de Brouwer uit Nuenen, schrijver van het boek ''Van Gogh en Nuenen''. In de herdruk van 2018 is een hoofdstuk toegevoegd over het gedoe rond de oprichting van een monument voor de schilder Vincent van Gogh. Zie ook het verslag van de gemeenteraadsvergadering in [https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMRHCE01:000042324:mpeg21:a0010 ''De Zuid-Willemsvaart'' van 10 augustus 1931].</ref> | ||
In de nacht van 9 op 10 mei (Hemelvaartsdag) 1956 werd de kei gestolen door leden van de Jonge Middenstanders van Asten. De kei werd op de markt voor het gemeentehuis van Asten geplaatst en op de Markt in Deurne lieten de dieven een grote zak achter, gevuld met kaf.<ref>Een onbekend krantenknipsel van 11 mei 1956, waarbij ook een drietal foto's van de nachtelijke kaping werden geplaatst, een bericht in De Tijd van diezelfde dag en het [[Land- en Tuinbouwblad]] van 29 december 1956.</ref> | In de nacht van 9 op 10 mei (Hemelvaartsdag) 1956 werd de kei gestolen door leden van de Jonge Middenstanders van Asten. De kei werd op de markt voor het gemeentehuis van Asten geplaatst en op de Markt in Deurne lieten de dieven een grote zak achter, gevuld met kaf.<ref>Een onbekend krantenknipsel van 11 mei 1956, waarbij ook een drietal foto's van de nachtelijke kaping werden geplaatst, een bericht in De Tijd van diezelfde dag en het [[Land- en Tuinbouwblad]] van 29 december 1956.</ref> |