Bewerken van Hendrik Honings (1806-1892)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 14: | Regel 14: | ||
Hendrik was een zoon van Hendrik Honings (Hongen (D) 1771-1852 Maastricht) en Maria Geertruida Laumen (Gangelt (D) 1773-1844 Saeffelen (D). | |||
Hij huwde op 10 juli 1832 in Deurne met Wilhelma Bertrams (1800-1875), een dochter van [[Wilhelmus Bertrams (1768-1831)]] en Joanna van de Mortel (1762-1829). | |||
Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren: | Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren: | ||
# Johanna Hoonings, (Deurne 9 februari 1834 - Deurne 17 augustus 1853). Zij was spinster. | # Johanna Hoonings, (Deurne 9 februari 1834 - Deurne 17 augustus 1853). Zij was spinster. | ||
# [[Willem Hoonings (1835- | # [[Willem Hoonings (1835-1914)|Willem Hoonings]], (Deurne 7 augustus 1835 - Deurne 20 april 1914). Hij huwde met Geertruida van de Mortel (1847-1907). | ||
# [[Hendricus Hoonings (1836-1918)|Hendricus Hoonings]], (Deurne 4 december 1836 - Deurne 22 januari 1918). Hij huwde met Johanna Koolen (1835-1926). | # [[Hendricus Hoonings (1836-1918)|Hendricus Hoonings]], (Deurne 4 december 1836 - Deurne 22 januari 1918). Hij huwde met Johanna Koolen (1835-1926). | ||
# Willem Hoonings, (Deurne 14 juni 1847 - Deurne 24 oktober 1905). Hij was wever en kleermaker en bleef ongehuwd. | # Willem Hoonings, (Deurne 14 juni 1847 - Deurne 24 oktober 1905). Hij was wever en kleermaker en bleef ongehuwd. | ||
Hij kocht op 19 juni 1834 van de (klein)kinderen van [[Henricus de Veth (1723-1794)|Henricus de Veth]] voor 374 gulden een huisje met een akker op de hoek van de Lagekerk en de [[Oude Liesselseweg|Liesselseweg]]. | |||
Op 20 juni 1843 leende hij van een geldbedrag van 485 gulden van kleermaker [[Everardus van Eijk (1789-1860)|Evert van Eijk]]. Zijn zwager [[Josephus Bertrams (1796-1868)|Josephus Bertrams]] en de weduwe van [[Gerardus van de Mortel (1771-1829)|Gerardus van de Mortel]] stonden daarbij borg voor hem. Hij verkocht zijn huis vóór 1858 aan de genoemde borgen. Later werd op dat perceel de inmiddels verdwenen woonblok [[Liesselseweg 2-4]] gebouwd. | Op 20 juni 1843 leende hij van een geldbedrag van 485 gulden van kleermaker [[Everardus van Eijk (1789-1860)|Evert van Eijk]]. Zijn zwager [[Josephus Bertrams (1796-1868)|Josephus Bertrams]] en de weduwe van [[Gerardus van de Mortel (1771-1829)|Gerardus van de Mortel]] stonden daarbij borg voor hem. Hij verkocht zijn huis vóór 1858 aan de genoemde borgen. Later werd op dat perceel de inmiddels verdwenen woonblok [[Liesselseweg 2-4]] gebouwd. |