Bewerken van Antonie Ramaer (1741-1822)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 34: | Regel 34: | ||
===Schoolmeester=== | ===Schoolmeester=== | ||
Op 20 februari 1767 werd hij benoemd tot schoolmeester van Vlierden als opvolger van de overleden schoolmeester [[Antonie Heijcoop]]. Tevens werd hij benoemd tot koster, voorlezer en voorzanger te Vlierden. Als koster moest hij ervoor zorgen dat de doden netjes begraven werden en de klok op tijd luidde. Als voorlezer en voorzanger stelde zijn aanstelling niets voor want de [[kapel van Vlierden]] werd niet of nauwelijks voor protestantse erediensten gebruikt. | Op 20 februari 1767 werd hij benoemd tot schoolmeester van Vlierden als opvolger van de overleden schoolmeester [[Antonie Heijcoop]]. Tevens werd hij benoemd tot koster, voorlezer en voorzanger te Vlierden. Als koster moest hij ervoor zorgen dat de doden netjes begraven werden en de klok op tijd luidde. Als voorlezer en voorzanger stelde zijn aanstelling niets voor want de [[kapel van Vlierden]] werd niet of nauwelijks voor protestantse erediensten gebruikt. | ||
===Secretaris=== | ===Secretaris=== | ||
Toen de substituut-secretaris [[Martinus Heijkoop (1739-1802)|Martinus Heijcoop]] in 1771 uit Vlierden vluchtte omdat zijn [[Fraudezaak Martinus Heijcoop 1771|frauduleuze praktijken]] aan het licht kwamen, was schoolmeester Antonie Ramaer diens logische opvolger. Op 12 december 1771 keurde de eigenlijke secretaris [[Petrus de Jongh (1720-na 1799)|Pieter de Jong]] zijn waarneming goed, maar er moest voor zijn functie als substituut-secretaris nog toestemming gegeven worden door de Staten-Generaal in Den Haag. Deze kwam pas op 12 juni 1772. Hij gaf op 29 juni aan zijn zwager Johannes Zijnen, die in Rotterdam woonde, volmacht om namens hem in Den Haag de benodigde eed af te leggen. Deze plechtigheid vond op 7 juli 1772 plaats en in de eerstvolgende vergadering van 14 juli kon hij aan de Vlierdense schepenen zijn formele aanstellingsakte als substituut-secretaris tonen. | Toen de substituut-secretaris [[Martinus Heijkoop (1739-1802)|Martinus Heijcoop]] in 1771 uit Vlierden vluchtte omdat zijn [[Fraudezaak Martinus Heijcoop 1771|frauduleuze praktijken]] aan het licht kwamen, was schoolmeester Antonie Ramaer diens logische opvolger. Op 12 december 1771 keurde de eigenlijke secretaris [[Petrus de Jongh (1720-na 1799)|Pieter de Jong]] zijn waarneming goed, maar er moest voor zijn functie als substituut-secretaris nog toestemming gegeven worden door de Staten-Generaal in Den Haag. Deze kwam pas op 12 juni 1772. Hij gaf op 29 juni aan zijn zwager Johannes Zijnen, die in Rotterdam woonde, volmacht om namens hem in Den Haag de benodigde eed af te leggen. Deze plechtigheid vond op 7 juli 1772 plaats en in de eerstvolgende vergadering van 14 juli kon hij aan de Vlierdense schepenen zijn formele aanstellingsakte als substituut-secretaris tonen. | ||
Voortaan werd hij aangewezen om Vlierden te vertegenwoordigen bij de kwartiersvergaderingen in Helmond, bij de verpachting in Den Bosch van de belastinginning, bij de openbare verkopen in het dorp en andere secretariële werkzaamheden. Hoe het met het Vlierdense onderwijs geregeld was tijdens zijn afwezigheid is niet in de annalen opgetekend, meest waarschijnlijk is dat de kinderen gewoon vrijaf hadden. Toen hij in 1791 zijn substituut-secretariaat kon verruilen voor het echte secretarisambt moest hij zijn baan als schoolmeester opgeven. Op 23 mei 1791 machtigde hij Frans van Manen om namens hem in den Haag de secretariseed af te leggen. | Voortaan werd hij aangewezen om Vlierden te vertegenwoordigen bij de kwartiersvergaderingen in Helmond, bij de verpachting in Den Bosch van de belastinginning, bij de openbare verkopen in het dorp en andere secretariële werkzaamheden. Hoe het met het Vlierdense onderwijs geregeld was tijdens zijn afwezigheid is niet in de annalen opgetekend, meest waarschijnlijk is dat de kinderen gewoon vrijaf hadden. Toen hij in 1791 zijn substituut-secretariaat kon verruilen voor het echte secretarisambt moest hij zijn baan als schoolmeester opgeven. Op 23 mei 1791 machtigde hij Frans van Manen om namens hem in den Haag de secretariseed af te leggen. Wie hem als schoolmeester in Vlierden opvolgde is onzeker. Wel is bekend dat de protestant G. van Woelderen in april 1791 solliciteerde naar de vacature in Vlierden en dat hij voor zijn toelating, zoals destijds te doen gebruikelijk, door predikant Munnekemolen werd geëxamineerd.<ref>Resoluties van de Raad van State BHIC toegangsnummer 178 inv.nr. 455 dienstjaar 1791 deel 1 (januari-april) folio 347v – dinsdag 5 april 1791 - regesten Henk Beijers</ref> Vanaf 1796 stond in ieder geval [[Gerardus van Schaijk (1748-1821)|Gerrit van Schaijk]], gehuwd met een zus van Antonie Ramaer, in Vlierden voor de klas. | ||
Ook na zijn verhuizing naar Helmond rond 1793 bleef Ramaer nog vele jaren als secretaris van Vlierden de Vlierdense belangen behartigen. | Ook na zijn verhuizing naar Helmond rond 1793 bleef Ramaer nog vele jaren als secretaris van Vlierden de Vlierdense belangen behartigen. |