Bewerken van Albertus Franciscus Hermanus Pistorius (1840-1898)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 24: | Regel 24: | ||
Toen de commissaris van de koningin op 26 augustus 1897 een ambtelijk bezoek aan Vlierden werden er door de bevolking veel klachten over pastoor Pistorius geuit. Zo zouden vanwege hem twee onderwijzers Vlierden verlaten hebben, namelijk [[Jan Martin van de Berg (1845-1920)|Jan Martin van de Berg]] in 1890 en [[Joannes Wilhelmus Linssen (1867-1922)|Willem Linssen]] in 1895. Hoe ernstig de situatie in 1897 was blijft uit het volgende citaat uit het verslag, dat de commissaris van zijn bezoek maakte: | Toen de commissaris van de koningin op 26 augustus 1897 een ambtelijk bezoek aan Vlierden werden er door de bevolking veel klachten over pastoor Pistorius geuit. Zo zouden vanwege hem twee onderwijzers Vlierden verlaten hebben, namelijk [[Jan Martin van de Berg (1845-1920)|Jan Martin van de Berg]] in 1890 en [[Joannes Wilhelmus Linssen (1867-1922)|Willem Linssen]] in 1895. Hoe ernstig de situatie in 1897 was blijft uit het volgende citaat uit het verslag, dat de commissaris van zijn bezoek maakte: | ||
:''De pastoor is niet in staat, om de meisjes voor te bereiden voor de | :''De pastoor is niet in staat, om de meisjes voor te bereiden voor de eerste H. Communie; dit geschiedt te Deurne of te Helmond; de pastoors van die gemeenten verklaren schriftelijk, dat de meisjes voldoende voorbereid zijn, en op die verklaring worden zij te Vlierden aangenomen; de jongens, die aangenomen moeten worden, houdt hij van ’s middags een tot ’s avonds tien uur in de kerk. De menschen gaan te Vlierden niet meer naar de kerk, gaan daar ook niet meer biechten.'' | ||
Toen wethouder [[Arnoldus Rovers (1832-1911)|Rovers]] zich bij de bisschop beklaagde over pastoor Pistorius zei deze hem dat hij niet bij machte was om de pastoor weg te jagen, maar dat hij Vlierden wel beklaagde. | Toen wethouder [[Arnoldus Rovers (1832-1911)|Rovers]] zich bij de bisschop beklaagde over pastoor Pistorius zei deze hem dat hij niet bij machte was om de pastoor weg te jagen, maar dat hij Vlierden wel beklaagde. | ||