Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis Vanaf 1 januari 2025 wordt dat Iedere eerste maandagochtend en derde woensdagochtend van de maand. |
Franciscus Verbeek (1752-1812)
Franciscus Verbeek | ||
Persoonsinformatie | ||
Volledige naam | Franciscus Verbeek | |
Roepnaam | Francis | |
Geboorteplaats | Deurne | |
Doopdatum | 22 april 1752 | |
Overl.plaats | Deurne | |
Overl.datum | 1 juli 1812 | |
Partner(s) | Antonia Hikspoors (1748-1821) | |
Beroep(en) | landbouwer, schepen |
Franciscus Verbeek (1752-1812) was landbouwer en schepen in Deurne.
Hij was een zoon van Henricus Verbeeck (1728-1757) en Maria van Breij (1718-1886).
Francis huwde op 9 november 1777 in Deurne met Antonia Hikspoors, (Deurne 11 augustus 1748 - Deurne 23 november 1821), dochter van Henricus Hicspoors (1701-1763) en Catharina Peeters (Goossens) (1709-1768).
De volgende kinderen werden uit dit huwelijk geboren:
- Henricus (Hendrik), )Deurne 12 december 1778 - Deurne 16 februari 1826). Hij huwde met Helena Maria Meulendijck (1789-1869).
- Catharina, (Deurne 29 december 1780 - Deurne 31 januari 1781)
- Catharina, (Deurne 20 januari 1782 - Deurne 18 juli 1835). Ze huwde met Arnoldus van de Mortel (1781-1845).
- Petrus, (Deurne 1 april 1788 - Deurne 7 oktober 1790).
Op 19 mei 1781 kocht hij voor 20 gulden van Hendrik van Bommel een akker van 1 lopense, 5 roeden en 13 voeten, genaamd het Haakske in de Zeilberg. Op het goed rustte een jaarlijkse last van 5 kop koren, Peelse maat, aan de Armen van Helmond.[1]
Op 10 juli 1783 kocht hij voor 49 gulden van Dirk Peter Manders een perceel oude nieuwe erve van 1 lopense ter plaatse genaamd de Zijlberg, met een jaarlijkse last van een stuiver cijns aan de Vrouwe van Deurne.[2]
Op 4 oktober 1783 kocht hij van Cornelis Corstiaans en Antonie Melligers, armmeesters van Deurne, na toestemming van de Raad van State, bij een publieke verkoop voor 170 gulden en 10 stuivers een akker genaamd de Coolhofacker. gelegen ter plaatse genaamd de Zijlberg, groot 3 lopensen 33 roeden en 3 voet. grenzend aan de Peelstraat. Het goed was belast met een jaarlijkse cijns van 1 stuiver en 10 penningen aan de heer van Helmond. Ook kocht hij toen van de armmeesters voor 156 gulden het eeuwsel aan de brug, groot 3 lopensen en 45 roeden met het daarbij gelegen weiveld van 31 roeden en 4 voeten. Dit goed was belast met een jaarlijkse pacht van 1 gulden en 2 stuivers aan de Rentmeester van de Geestelijke Goederen en een cijns van 1 stuiver aan de Heer van Deurne.[3]
Op 29 juni 1789 kocht hij bij een openbare verkoop van Willem en Jan Hendrik Keijsers, Peeter van Neerven, als man van Hendriena Hendrik Keijsers, allen wonend in Deurne, samen erfgenamen van hun in Deurne overleden neef Antonij Langendonk, de zoon van [[Johannes van Langendonck (1713-1789)|Johannis Langendonk en Jenneke Hendrik Keijsers, de volgende goederen:
- een huisje met hof en aangelag, groot in 't geheel 3 lopensen 40 roeden, waarvan Jan Adriaans de helft heeft, gelegen ter plaatse genaamd Zijlberg, met als lasten een pacht van 2 gulden en 5 stuivers aan de Armen van Deurne en 2 stuivers en 8 penningen cijns aan de heer van Helmond en de abdij van Echternach, koopsom 125 gulden,
- een perceel land genaamd den Berkmortel, gelegen ter plaatse genaamd de Zijlberg, zijnde groes en land, groot het geheel 2 lopense, waarvan Jan Adriaans de helft heeft, koopsom 56 gulden.[4]
Op 4 juli 1789 kocht hij voor 120 gulden van Adriaan van de Meulendijk:
- een perceel land genaamd de Krijgheg, groot 47 roeden 11 voet, gelegen alhier aan de Zijlberg aan de Peelstraat, met als last een cijns van 4 penningen aan de heer van Helmond,
- en perceel land genaamd de Meulenweg, groot 1 lopense 8 roeden, gelegen aan de Meulenweg, met als last 1½ stuiver cijns aan de abdij van Echternach.[5]
Bij een scheiding en deling op 3 september 1796 met zijn zwagers Gerrit Aarts en Hendrik Hikspoors ontving Francis onder meer een stuk groes in het Diepenbroeck en de Hoge Dries met het huis erop.[6]
Op 3 mei 1796 gaf Francis de studiebeurs van Jan Jansen van Aarle, waarvan hij het collatierecht bezat en die tot dan genoten werd door Willem van Schaijk uit Deurne, aan Wilhelmus Franciscus Guljé uit Helmond.[7]
Bronnen, noten en/of referenties
|