Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank! Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis |
Verzoek om hoge straf
Om de couragie daar in te houden[bewerken | brontekst bewerken]
Met de komst van de Fransen eind 18e eeuw werden veel oude heerlijke rechten afgeschaft. Toch was in de begintijd niet duidelijk waar men precies aan toe was.
In februari 1796 werd in Neerkant bij de Meijelse grens door de vorster en schutter een vrouw aangehouden die richting Meijel liep met op haar rug een zak met anderhalf vat boekweit- en spurriezaad. Ongetwijfeld was zij onderweg naar de Meijelse molen, 'n kwartiertje lopen vanaf haar woning terwijl ze twee uur onderweg zou zijn om het naar de heimolen op Vreekwijk te brengen. Blijkbaar waren de oude wetten nog niet formeel afgeschaft. Daarom zei ze dat ze het graan geleend had van iemand uit Meijel en het daar wilde gaan terugbrengen.
Dat veel boeren van Neerkant en Heitrak hun graan in Meijel lieten malen was een publiek geheim. En ook wist iedereen dat het de meeste boeren in de uithoek van Deurne bepaald niet tot de armsten hoorden.
Drossaard Van de Mortel had te horen gekregen dat de gedupeerde boer, die niet tot de armsten hoorde, een protest wilde laten horen bij de hogere overheid en besloot daarom zelf ook in de pen te klimmen. Hij verzocht om den boer te condemneeren[1] tot een groote somme geld voor den arme, en voor de aanbrengers, om de couragie daar in te houden.[2]
Referenties |