Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Derpsestraat 21, 23b, 25, 27 en 27a

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
(Doorverwezen vanaf Derpsestraat 21-27)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De historische boerderij van de familie Joosten. In de hier niet zichtbare voorgevel waren de jaarankers x168x aanwezig, terwijl de vijfruits indeling van de vensters in het woongedeelte op een datering in grofweg dezelfde periode wijst. De gebinten kunnen echter (veel) ouder geweest zijn.
Links de boerderij Derpsestraat 25. Dit schilderij is waarschijnlijk tijdens de Tweede Wereldoorlog gemaakt door Johannes Dietvorst (1870-1949), die destijds inwoonde bij zijn gehuwde dochter mw. Haest-Dietvorst (1910-1989) op huize De Romein. De afbeelding is mogelijk niet werkelijkheidsgetrouw; op de achtergrond zien we wellicht de schuur of boerderij die ernaast stond, ter plaatse van het huidige Derpsestraat 23b. De hele setting is mogelijk gespiegeld, de oude boerderij links is dat zelf niet.
Derpsestraat 25, met links de schuur uit 1918 nog net zichtbaar.
Derpsestraat 25 in de zomer, met de twee nog bestaande bomen in het blad.
Derpsestraat 25 in de zomer.
Derpsestraat 25 in de zomer.
Het nog bestaande zijweggetje bij Derpsestraat 25, dat ooit doorliep naar de Oude Liesselseweg.
Derpsestraat 25 (rechts) in maart 1965, met op de achtergrond Derpsestraat 30.
De boerderij na de bouw van Derpsestraat 23b.
Foto: collectie RHCe
Derpsestraat 25 met links Derpsestraat 23b.
Tinus Joosten op zijn erf Derpsestraat 25 in 1970.
Foto: collectie Kees Pijs
De boerderij in de sneeuw, februari 1970.
Een hooikeermachine in de sneeuw, februari 1970.
Derpsestraat 25 bij de sloop in 1972. De 17e-eeuwse jaarankers x68x op de gecementeerde voorgevel met schijnvoegen zijn hier goed zichtbaar.
Sloop van de boerderij in 1972.
Sloop van de boerderij in 1972.
De nieuwbouw Derpsestraat 25.
Het pand Derpsestraat 21 in 2024
Het pand Derpsestraat 23b in 2024
Het pand Derpsestraat 25 in 2024
Het pand Derpsestraat 27 in 2024
Het pand Derpsestraat 27a in 2024

Derpsestraat 21, 23b, 25, 27 en 27a zijn vijf adressen in Deurne. Op deze percelen stond tot 1972 een boerderij, die op het laatst het adres Derpsestraat 25 had.


Een middeleeuws cijnsgoed[bewerken | brontekst bewerken]

De bewoningsgeschiedenis van deze plek gaat heel erg ver terug, mogelijk tot de 12e eeuw. Zelfs in 1498 werd er al gesproken dat eerder Cunegarde fily Johannes Prume, dus Cunegarde, het kind van Johannes Prume, dit domo et orto, huis met een tuin, bezat. Zij werd als eigenaar opgevolgd door Godefridus zoon van Theodoricus Tectoris en de twee kinderen van Johannes, zoon van genoemde Godefridus. Na hen werden, na 1498, Godefridus' weduwe Ida en de vier kinderen in het cijnsregister van de heer van Helmond ingeschreven. Na haar kwamen in de 16e eeuw achtereenvolgens Johannes zoon van heer Goswinus de Bruggen, Margareta en de vijf kinderen van genoemde Johannes, heer Johannes, zoon van Johannes de Merevoert, en mr. Henricus, zoon van genoemde Johannes Mervort en zijn drie kinderen. Henricus werd opgevolgd door Joanna en haar kind(eren).

Daarna volgt er een harde scheiding in de cijnsregisters, zodat niet helemaal duidelijk is of bovenstaande en hierna volgende namen wel goed op elkaar passen. In 1621 werden als cijnsbetalers van huijs ende hoff gelegen int Derp groot met aengelegen omtrent 2 lopensaet ingeschreven de drie kinderen van Henrick Thomas Kriekebeeck, en na hen de weduwe. Willem Hens Peeters kocht het daarna van de kinderen van Hendrick. Mogelijk was hij het, die in de jaren na 1680 de boerderij liet bouwen die er tot 1972 stond. Hij werd, inmiddels in de late 17e of vroege 18e eeuw, gevolgd door zijn vijf kinderen en twee kleinkinderen. Bij een boedeldeling werd zoon Antonis de nieuwe eigenaar, en daarna zijn weduwe Catelijn. Antonis' broer Dirck deed zijn helft in 1682 over aan Antonis. De weduwe van Antonis werd opgevolgd door de drie kleinkinderen van Catelijn, te weten Willem, Jan en Dirick Oldenzee. Bij de deling werd Dirk Aldenzee in 1723 enig eigenaar, en daarna Cornelia Oldenzee alleen. Zij was een dochter van Dirk Oldensee, en had het huis in 1736 en 1741 in vol eigendom. Ze verhuurde het aan Gevard Jan Mennen, en daarnaast aan Wilbert Goemans (1736) en Jan Peijnen (1741).

Daarnaast bezat Cornelia in 1736 en 1741 een tweede huisje, vermoedelijk het latere huis, kadastraal bekend als E 111.[1] Dat verhuurde zij aan Hermanus Nabben. Die laatste vinden we ook in andere bronnen terug. Op 8 juni 1741 werd door de voogden over de minderjarige Cornelia Dirk Oldenzee de voogdijrekening opgemaakt. Tot haar bezittingen hoorden ondermeer een huis naast het kerkenhuis (waarschijnlijk is hiermee de kerkschuur aan de Lagekerk bedoeld) en nog een huisje dat eerst Willem Gommans en later Hermanus Nabben huurden voor vijf gulden per jaar.[2]

Gevert Jan Mennen kocht de boerderij en het tweede huisje op 28 oktober 1745 van Cornelia Oldenzee en haar man Antoni van den Berk, die in Gemert woonden. Op 29 oktober 1745 liet Gevard Mennen door de schepenen van Deurne een verslag maken van de reparaties die nodig waren aan een huis op het Derp, dat hij kort daarvoor gekocht had.[3] Gevert bewoonde de boerderij deels zelf (1746, 1751, 1756, 1766 en 1771), maar verhuurde het daarnaast aan Adriaan van Hout (1746) en Geertruij Ansems (1751) en in zijn geheel aan zijn schoonzoon Hermanus Nooijen (1756, 1761). Gevert verhuurde het kleine huisje aan Tomas Fransen (1746, 1751), bewoonde het zelf in 1756, en verhuurde het opnieuw, nu aan Maria van Aarle, in 1761 en 1766. In 1771 woonde er de weduwe van Hermen Kuijpers, in 1776 een Maria. Op 1 mei 1780 overleed Gevard Mennen en liet zijn bezittingen na aan zijn kinderen.

Bij de boedeldeling op 26 mei 1785 tussen Petrus (Peter) Nooijen (1758-1795), de zoon van wijlen Johanna Mennen (1734-1765), en Peter Hoeijmakers, de man van Petronella Mennen (1737), van de goederen van Gevard Mennen ontvangt eerstgenoemde het huis met een kleine huisje op het Derp.[4] Huis met hof en aangelag en een klein huiske, groot 1 lopen 42 roeden 4 voet, ging naar Peter Hermanus Noijen, kleinzoon van Gevert, die er was opgegroeid. Nog in 1781 bezat Peter het huis samen met Pieter Hoeijmakers, maar in 1786 dus alleen. In 1781 woonde vader Hermanus er nog, in 1786 Peter Jansens. In het kleine huisje waren dat Jan Antonij Welten (1781) en Johanna Verhoeven (1788). Op 2 februari 1788 verkocht Peter Hermanus Nooijen aan Antoni Huibers een huis met een klein huisje en de bijhorende landerijen op het Derp voor 1075 gulden.[5]

Eigenaar in 1791 van beide huizen was Willemijn Huijbers, in 1798 en 1803 waren dat de kinderen van Willem Huijbers. In het grote huis woonden Willemijn Huijbers (1791), Piet Francis Kuijpers en de kinderen Willem Huijbers (1798) en de weduwe Joost Vlerks en de kinderen Willem Huijbers (1803). In het kleine huisje woonden de weduwe van Peter Rest (1791), Lourens Jan de Louw (1798) en Johannis van Dijk (1803).

Op 21 april 1813 verkochten de ongehuwde broers Antoni en Lambert Huibers hun erfdeel in twee boerderijen op het Derp aan hun zuster Maria Huibers (1739-1814), de weduwe van Hermanus Manders (1761-1791).[6]

In de 19e eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

In 1832 stond aan de Derpsestraat een huis met de lange gevel langs de straat, kadastraal bekend als E 111 en eigendom van de kinderen van Hermanus Manders (1761-1791). Na het overlijden van zijn dochter vond op 6 maart 1860 een boedelscheiding plaats tussen haar kinderen en Hermanus' zoon Andreas. Tot dat bezit hoorden het latere Derpsestraat 25, de boerderij ter plaatse van het huidige Fabriekstraat 29 en dus het huis Derpsestraat 23.[7]

Eigenaar van beide huizen aan de Derpsestraat werd Andreas Manders (1784-1864), zoon van Hermanus.[8] Rond 1862 verkocht die zijn hele bezit aan zoon neef en nichten Hermanus, Catharina en Johanna Joosten. Rond 1868 verdeelden die de boedel.[9] De ongetrouwde Hermanus werd de nieuwe eigenaar, samen met zijn eveneens ongetrouwde zus Catharina. Op 14 april 1892 vond de boedeldeling plaats tussen Hermanus Joosten (1822-1892) en zijn zuster Anna Catharina Joosten (1831-1894). Anna Catharina ontving daarbij de boerderij met ruim 7 hectaren grond en betaalde aan haar broer 1200 gulden.[10] Kadastraal waren de boerderijen rond 1881 herschikt. Derpsestraat 25 en Derpsestraat 23 werden nu één erf, kadastraal bekend als E 1505. Het oude schuurtje bij Derpsestraat 25 was afgebroken, terwijl Derpsestraat 23 zijn woonfunctie verloor nu als schuur ging dienen. Dit verenigde erf kreeg het huisadres B.5. De ernaast gelegen boomgaard, later weiland, werd kadastraal bekend als E 1504.[11] Op 15 december 1893 maakte Anna Catharina Joosten (1831-1894) haar testament en legateerde daarin enige geldbedragen aan familieleden. Voorts benoemde ze haar zwager Jan Mattijs van den Berkmortel en haar neef Petrus Johannes (Jan) Joosten (1852-1942) tot haar erfgenamen. Ook legde ze haar wens vast dat het goed niet publiek verkocht zou worden. Op 2 juli 1894 overleed ze.[12]

Verenigd tot één boerenerf[bewerken | brontekst bewerken]

Het verenigde erf kwam daarna in handen van genoemde Jan Joosten. Hij nam daarop een hypotheek van 1000 gulden.[13] Rond 1917 werd er verbouwd en rond 1918 werd er ter plaatse van de schuur, de oude woning, een nieuwe schuur (of volwaardige boerderij?) gebouwd. Deze stond met de korte zijde naar de Derpsestraat gekeerd. De tot schuur verbouwde oude woning werd daarbij gesloopt. Ook verrees achter de oude boerderij Derpsestraat 25 een nieuw bijgebouw. Het geheel bleef één kadastrale aanduiding houden, E 1951. Rond 1940 werd de boedel van de overleden vrouw van Joosten verdeeld, waaronder zijn huis, schuur, stal, boomgaard, kadastraal bekend als E 1951. In 1942 volgde de verdeling van de boedel van de overleden Joosten zelf.[14]

Voor zijn vertrek naar de Philippijnen had de missionaris Joseph Joosten (1884-1918) zijn testament gemaakt, waarin hij bepaalde dat zijn broer Martinus levenslang het vruchtgebruik mocht hebben van zijn erfdeel en dat de Missionarissen van het Heilig Hart van Jezus te Tilburg erfgenaam waren.[15]

In 1930 was het huisadres A.76, gewijzigd in Lage Kerk A.37. In 1955 werd dat Derpsestraat 25. Het toen ook bestaande Derpsestraat 23 was vermoedelijk vergeven aan één van de woninkjes in de voormalige oliemolen.

Na het overlijden van Petrus Johannes (Jan) Joosten (1852-1942) in 1942 kwam de boerderij aan zijn zoon Martinus (Tinus) Joosten (1887-1971). Rond 1952 werd de boerderij verbouwd, en rond 1956 hermeten. Daarbij werd het complex kadastraal bekend als L 947. Daartoe behoorde op dat moment ook het gebouw van de vroegere oliemolen, Derpsestraat 17 en 19, het toenmalige adres Derpsestraat 21. Rond 1959 verkocht Joosten twee kleinere delen van zijn grote perceel, met name de locatie van de vroegere oliemolen. Hij behield het grote erf. Dat werd kadastraal bekend als L 1199. Op dat moment vond ook gedeeltelijke sloop van zijn gebouwen plaats. Op zijn erf bleef, aan de noordwestzijde, een deel van de oude oliemolen vooralsnog staan. Door een kleine grenscorrectie met de gemeente veranderde de kadastrale aanduiding van het erf naar L 1213. Rond 1961 verkocht hij het hele perceel aan de gemeente Deurne.[16]

Verkaveling en nieuwbouw[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste nieuwbouw: Derpsestraat 23b[bewerken | brontekst bewerken]

Rond 1970 liet de gemeente Deurne de schuur uit 1918 slopen en daar Derpsestraat 23b bouwen. Daarbij werd het oude erf bekend als L 2096, het nieuwe erf met de oude boerderij en het restant van de oliemolen als L 2096. Derpsestraat 23b werd daarop verkocht aan Theodorus Antonius Janssen (1923), eerder woonachtig aan De Wever 11. Rond 1981 werd een boedel verdeeld.[17] De nieuwe eigenaar was A.H.A.M. Janssen, die het huis met garage tot na 1989 behield.[18]

De tweede nieuwbouw: Derpsestraat 21[bewerken | brontekst bewerken]

Rond 1971 verkocht de gemeente Deurne een bouwkavel tussen het nieuw gebouwde Derpsestraat 23b en de kleine huisjes in de oude oliemolen. Dat nieuwe perceel werd kadastraal bekend als L 2129, het oude erf daarop als L 2130. Het bouwkavel werd gekocht door Carel Jan van Loon (1933), leraar, die er een huis liet bouwen en dit tot na 1989 behield.[19]

Bouwproject van drie huizen: Derpsestraat 25, 27 en 27a[bewerken | brontekst bewerken]

Rond 1971 liet de gemeente Deurne daarop de oude boerderij onbewoonbaar verklaren. Waarschijnlijk gebeurde dat na de dood van Tinus in 1971. Daarop was de omschrijving van L 2130: 2 huizen, 1 onbew huis, garage, berging. In 1972 werd er gesloopt. Rond 1973 werden vervolgens de nieuwe woningen Derpsestraat 21, Derpsestraat 25, Derpsestraat 27 en Derpsestraat 27a kadastraal ingemeten, achtereenvolgens als L 2129, L 2219, L 2218 en L 2217. Het restant van het oude erf met de oliemolen werd bekend als L 2216. Die oliemolen was inmiddels nog slechts in gebruik als garage. Nog rond 1973 werd dit laatste oude gebouw ook gesloopt.[20] Ter plaatse van het laatste restant van de oliemolen werd later een zijstraat, naar de adressen 19a - 19d, aangelegd.

Derpsestraat 25 werd gebouwd in opdracht van gemeenteambtenaar Wilhelmus Everhardus Keurntjes (1939). Hij verkocht het huis met garage, kadastraal bekend als L 2219, rond 1975.[21] De nieuwe eigenaar was Hendricus Maria Sprengers (1935), die het huis tot na 1989 behield.[22]

Derpsestraat 27 werd gebouwd in opdracht van Aloysius Kroes (1925) en onder architectuur van Gijs van den Broek. Hij behield het huis met garage tot na 1989.[23]

Derpsestraat 27a werd gebouwd in opdracht van het echtpaar Habets-Manders. Zij behielden het perceel, daarna bekend als L 2217 en L 2487, tot na 1989.[24]

Restanten[bewerken | brontekst bewerken]

De oude lindenbomen die vroeger voor de voorgevel van de boerderij stonden, zijn bewaard gebleven. Ze staan niet evenwijdig aan de huidige zijweg, wat nog laat zien dat de boerderij vroeger ook wat gedraaid stond.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Theo Meulendijks - Het Derp, ene zijde Kerkeind, andere zijde Vreekwijk 1997.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Theo Meulendijks ging er juist vanuit dat de grote boerderij E 112 rond 1730 nieuw werd gebouwd, maar dat kan vanwege de jaarankers x68x niet kloppen.
  2. 8-6-1741 Rechterl. arch. Deurne momboirrekeningen inv.nr. 188/1 map 5
  3. 29-10-1745 Deurne Recht.Arch. inv.nr. 132 folio 137
  4. 26-5-1785 HICe toeg.nr. A-3183 Recht. arch. Deurne inv.nr. 112 fol. 70 verso
  5. 2-2-1788 HICe toeg.nr. A-3183 Recht. arch. Deurne inv.nr. 112 fol. 154
  6. 21-4-1813 Notarieel Archief Deurne repertoire nrs.117 en 118
  7. Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 395, dienstjaar 1861
  8. Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 1741
  9. Kadastrale leggers Deurne, reeks 1, artikel 1764, dienstjaren 1863 en 1869
  10. 14-4-1892 Notaris Karel Theodorus van Riet Deurne, inv. nr. 111. akte nr. 64
  11. Kadastrale leggers Deurne, reeks 1 en 3, artikel 2182, dienstjaren 1882 en 1893
  12. 15-12-1893 Notaris Karel Theodorus van Riet Deurne, inv. nr. 113. akte nr. 194
  13. 22-9-1894 Notaris Karel Theodorus van Riet Deurne, inv. nr. 115. akte nr. 157
  14. Kadastrale leggers Deurne, reeks 3 en 4, artikel 3504, dienstjaren 1918, 1919 en 1941; idem, reeks 4, artikel 4437, dienstjaar 1943
  15. 11-9-1911 Notaris de Leeuw Deurne, inv. nr. 150, akte nr. 194
  16. Kadastrale leggers Deurne, reeks 4, artikel 5569, dienstjaren 1953, 1957, 1960 en 1962
  17. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 8885, dienstjaar 1982
  18. Kadastrale leggers Deurne, reeks 6, artikel 15594
  19. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 11818
  20. Kadastrale hulpkaartjes Deurne, sectie L, nummer 292
  21. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 12179, dienstjaar 1976
  22. Kadastrale leggers Deurne, reeks 6, artikel 13210
  23. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 12216
  24. Kadastrale leggers Deurne, reeks 5, artikel 12223