Heeft u correcties, aanvullingen of foto's bij een artikel dan kunt u die hier mailen.
Rabo-clubsupport leverde dit jaar 765,88 euro op. Allen die op ons stemden hartelijk dank!
Iedere eerste maandag- en woensdagochtend van de maand van 10 tot 12 uur kunt u ons bezoeken in het heemhuis

Liessel

Uit DeurneWiki, de historische encyclopedie voor groot-Deurne.
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Plaatsnaambord Liessel september 2011
Panorama Liessel
foto collectie Peter Vink
20.204.jpg

Liessel is een kern van de gemeente Deurne en was vroeger een grondheerlijkheid.

Geologie, geomorfologie en landschap[bewerken | brontekst bewerken]

Even ten oosten van Liessel ligt een breukzone, behorende tot de Peelrandbreuk, die op enkele plekken bij het dorp aan de oppervlakte zichtbaar is.

Het huidige dorp Liessel ligt op een dekzandrug langs de Astense Aa. Dit dorp ontstond bij een kapel temidden van enkele middeleeuwse gehuchten, zoals Loon (oudste vermelding 1175-1200). De oudste, onregelmatige ontginningen liggen op deze dekzandrug. Over de dekzandrug liep de enige weg om de moerassige Peel in noord-zuidrichting veilig te passeren. Oostelijk van de dekzandrug vinden we de natte ontginningen van de Peel, nu deels als natuurgebied beschermd (zoals de Deurnese Peel, alsmede de droge naaldbossen op voormalige zandverstuivingen en heidevelden. Voorbeelden daarvan zijn de Dennendijkse Bossen en de Galgenberg.

Bij Liessel vloeit de uit de Deurnese Peel afkomstige Soeloop samen met de Astense Aa. Naar het westen voert de weg naar Vlierden door het voormalige landgoed de Beelsfundatie naar het beekdalreservaatje "De Berken".

Plaatsnaam[bewerken | brontekst bewerken]

Fragment Liessel 1312.jpg

Fragment uit een document met de vermelding van de naam Liesel. Afbeelding beschikbaar gesteld door het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven aan de werkgroep Liessels Historisch Erfgoed.

De oudste vermelding van de plaatsnaam Liessel dateert uit 1312 en luidt als volgt: XIX Godefridus filius Johannes de Nuwenhoven V bonarii terre jacentis in Liesel cum tribus homagiis. [later bijschrift] In novo libro apud Huldebergen. Deze notitie (waarbij de plaatsnaam wordt geschreven als Liesel) betekent: “XIX Godefridus, zoon van Johannes van Nuwenhoven, V bunder grond gelegen in Liesel met drie mannen. In het nieuwe boek bij Huldebergen”. De vermelding staat geschreven in het zogenoemde Casselboek uit 1312, een latijns-talig leenboek van de hertog van Brabant. Daarin staat genoteerd welke leenman op een bepaald moment een stuk grond van de hertog in leen kreeg. Alle leenboeken van de hertog van Brabant bevinden zich in het Algemeen Rijksarchief te Brussel.
Liessel herdacht in 2012 het feit dat de naam van het dorp 700 jaar daarvoor, dus in 1312, voor de eerste keer in een document werd vermeld.
In een lezing van Heemkundekring H.N. Ouwerling, uitgesproken door Wiro van Heugten, op 26 september 2012, bij gelegenheid van Liessel 700 jaar historie werd toegelicht dat aan het leenboek het jaartal 1312 is toegewezen, maar dat de vermelding die betrekking heeft op Liessel zeker van een oudere datum zal zijn.

In de loop der tijd is de plaatsnaam Liessel op verschillende wijzen geschreven. In het boek Van Leysel tot Liessel is een overzicht opgenomen, afkomstig van de historicus Ton Spamer, met diverse vermeldingen van de plaatsnaam ‘Liessel’ in historische documenten. In de periode 1312 tot 1583 zijn de volgende varianten te lezen: Liesel, Liessel, Liehsel, Liessell, Lyessel, Lyssel, Liezel, Lyesel, Leyssel, Liecel, Luyssel, Lissel, Liesselt.

In het dialect wordt het dorp Liessel aangeduid als Lijssel. De naam Leysel, anachronistisch en historiserend zo geschreven naar afleiding van middeleeuwse vermeldingen, wordt gebruikt bij het evenement Leyselse Aaftere; de naam Lijssel is terug te vinden in Lijsselse Aovenden en Lijsselse Kei.

Naamsverklaring[bewerken | brontekst bewerken]

Net als van Leensel staat van Liessel niet vast hoe de naam gevormd is: als -lo-naam (Lies-lo) of als -sele-naam (Lies-sele). Opmerkelijk is wel, dat het dorp Liessel altijd zonder lidwoord voorkomt, maar dat er in Liessel zelf sprake is van -de Hoge Liessel- en in Milheeze van -in gheen Liessel- (1396) en -die Liesel- (1522). Dat wijst op een soortnaam, maar welke? Een verbinding met -liesgras-, waarvan men de naam Liessel wil afleiden, is voor de Hoge Liessel in elk geval onmogelijk, gezien de biotoop van liesgras: aan waterkanten en in ondiep water, vooral in zeer voedselrijk milieu, ook in drassige beekdalgraslanden. De Hoge Liessel ligt op een hoge en droge dekzandrug. Een betere verklaring lijkt die Van Berkel/Samplonius voor Lisse (1287 Lysse) geven, namelijk een afleiding uit mnl. -lese- = wagenspoor. Tesamen met -lo- voor bos zou zo de naam Liessel ontstaan kunnen zijn: bos bij een belangrijk wagenspoor. De diverse schrijfwijzen van Liessel (zie hierboven) laten hiervoor alle mogelijkheden open. In dit licht is het vermeldenswaard dat de weg van Liessel naar de Heitrak en verder de naam Comen plateam (Komenstraat) droeg < Keltisch -camino- en Gallo-Latijns -camminus- (vgl Frans -chemin) = straat, m.n. een Romeinse steenstraat. Uit de vermelding vuijt d'oude hoffstad op Hoogh Liessel in het Helmondse cijnsregister van 1643 blijkt dat daar ooit ook bewoning is geweest.

Tijdens een lezing, bij gelegenheid van de opening van een tentoonstelling op 17 mei 2012 in het kader van Liessel 700 jaar historie, betoogde Ton Spamer dat er een direct verband is tussen de naam van de Liesselse buurtschap Leensel en die van het dorp Liessel. Spamer veronderstelt dat de naam Liessel een afgeleide is van Leensel, via Lindsele, Lentsel en Lensel. Zijn betoog had dan ook de titel ‘Leensel de moeder van Liessel’. Deze veronderstelde afleiding is echter sterk hypothetisch, omdat de eventuele tussenvormen niet in de bronnen gevonden zijn. Of dit werkelijk de juiste verklaring is, is dus onzeker. Er zijn ook andere verklaringen van Liessel in zwang.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Oude kapel van Liessel

In een akte uit 1420 is sprake van een kapel. Wellicht was deze gewijd aan Hubertus, de beschermheilige van de jacht, en stond de kapel toen al op de plek waar tot in 1901 een kapel stond.

Liessel deed enkele malen een poging zelfstandigheid te verwerven. Op 22 april 1678 werd Liessel door de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden van de heerlijkheid Deurne gescheiden en tot een aparte heerlijkheid verheven. De jurisdictie over Liessel bleef echter in handen van de heer van Deurne, waardoor Liessel een grondheerlijkheid werd. Als laatbank over de eigen bezittingen werd de hof Ten Velde in Deurne aan de grondheerlijkheid verbonden. In de literatuur wordt niet zelden de foutieve aanduiding Liesselt gebruikt.

Een fantasietekening Het voormalige Blokhuis in Liessel.
Foto: collectie gemeente Deurne

Het Blokhuis in de buurschap Sloot vormde een afzonderlijk leengoed ten opzichte van de grondheerlijkheid. Beide lenen verkeerden vanaf de 17e eeuw in verschillende handen. Tussen de kasteelheren van het Blokhuis en de officiële heren van de grondheerlijkheid Liessel ontstonden regelmatig twisten over het gezag in Liessel.

Ook een poging in 1876 om te komen tot een zelfstandige gemeente Liessel, Neerkant en Helenaveen strandde. De enige zelfstandigheid die Liessel had gekregen, was de oprichting van een eigen parochie in 1851 (St. Willibrordus-parochie) met de stichting van een nieuwe kerk (1901), het Sint-Antoniusklooster en een school. Op de plek van de vroegere Hubertuskapel (in 1851 verheven tot Willibrorduskerk), afgebroken in 1903, werd het patronaat gebouwd. Dat staat nu bekend als gemeenschapshuis De Kastanje.


Bezienswaardigheden[bewerken | brontekst bewerken]

Economie[bewerken | brontekst bewerken]

Kalkzandsteenfabriek Xella Hoogdonk.

Tot na de Tweede Wereldoorlog was Liessel een dorp waar de meeste inwoners een bestaan hadden in de agrarische sector. Vanaf de jaren '50 kwam ook industrie op gang.
In Liessel bevindt zich een kalkzandsteenfabriek, die tot 2006 de enige van Noord-Brabant was. De fabriek in Liessel stond bekend onder de naam Hoogdonk en werd overgenomen door de Duitse groep Xella. Sindsdien heet de fabriek Xella Hoogdonk. Het voor de fabricage van kalkzandsteen geschikte zand wordt hier gewonnen uit thans circa 30 ha grote putten net achter de Peelrandbreuk tot een diepte van circa 30 meter.
Vanaf de jaren '80 is Willige Laagt (Bedrijventerrein) tot stand gekomen.
Liessel kende enkele grote bouwbedrijven: Bouwmaatschappij Manders BV en Bots Bouwgroep.

Historische misvattingen[bewerken | brontekst bewerken]

Informatie die in literatuur als Reizen door de Oude Peel[1] (geschreven door Theo Janssen, een amateur-historicus uit Sevenum) en op sommige websites voorkomt, zoals ware het Blokhuis, een versterkt huis uit de 16e eeuw, en een gilde (15e eeuw) aanwijzingen voor een nederzettingspatroon in de 8e eeuw, is vatbaar voor ernstige twijfel en wetenschappelijk niet houdbaar. Het is vooralsnog onbekend of Liessel al vóór het jaar 1100 een min of meer vaste nederzetting kende.[2]. Bij archeologisch onderzoek in september 2010 werd wel een zeldzame nederzetting uit de vroege ijzertijd (800-400 voor Christus) ontdekt.
Ook de vermelding op websites en een informatiebord in het dorp dat Liessel al in het jaar 711 genoemd zou worden, rust op een misverstand. De betreffende oorkonde stamt uit 712 (niet 711) betreft Levetlaus super fluvio Dutmala, dat is Luissel aan de Dommel en niet Liessel.[3]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Promotiefilm[bewerken | brontekst bewerken]

In november 2011 werd op initiatief en in opdracht van woningbouwvereniging Bergopwaarts de promotiefilm "Liever Liessel" geproduceerd.

Liessel vanaf de kerktoren[bewerken | brontekst bewerken]

De foto's voor deze videoclip werden gemaakt door Theo Coelen 2011 tijdens de restauratiewerkzaamheden van de kerktoren en klok.

Liesel Alle in Denemarken[bewerken | brontekst bewerken]

Bijzonder is wel dat dicht bij het vliegveld van Kopenhagen in een nieuwbouwwijk een straat naar Liessel is genoemd, de Liesel Alle. Weliswaar is de plaatsnaam foutief met één s geschreven, maar gezien de naamgeving van de andere straten, waaronder de parallel lopende Bakel Alle, is ongetwijfeld ons Liessel bedoeld.

Saamhorigheid[bewerken | brontekst bewerken]

Liessel staat bekend om haar saamhorigheid. Dit komt onder meer tot uitdrukking bij het plaatsen van een Ereboog, met name bij gelegenheid van het 'koningschieten' van het Sint-Hubertusgilde. Ook het vieren van carnaval is een goed voorbeeld: carnavalsstichting De Kei was de eerste carnavalsvereniging in de regio, dat wil zeggen binnen de gemeenten Deurne, Asten en Someren. Een kenmerkend voorbeeld is verder de bouw van sporthal De Smeltkroes. Die kwam tot stand dank zij de inzet van veel vrijwilligers.

Het officieuze motto van het dorp is: "We hebben je gezien", te lezen op een bordje onder het plaatsnaambord. De leus verwijst naar een eigenschap waarom de Liesselnaren in de regio bekend staan: vanuit huis alles op straat in de gaten houden, desnoods door de gordijnen opzij te schuiven. Men zegt spottend dat in Liessel de gordijnen handvatten hebben en dat de hennen onder de heg doorkijken.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]


Bronnen, noten en/of referenties
  1. Janssen, Th., 2001-2007. Reizen door de Oude Peel. 3 delen. Eigen uitgave, Sevenum
  2. ARCHIS, informatiesysteem van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed
  3. Streekarchivaris R.J. Jansen plaatste hieromtrent een rectificatie in het meinummer van 1981 van Rond de Toren, waarbij hij zich baseert op het Oorkondenboek van Noord-Brabant van dr. H.P.H. Camps.